Rode bosmieren zijn niet altijd gemakkelijk te herkennen, met name als het nest niet gevonden kan worden. Verwarring is mogelijk met de elders op deze website besproken satermieren of andere rood-zwart gekleurde Formica-soorten: de bloedrode roofmier (Formica sanguinea), de bruine baardmier (Formica cunicularia) en rode baardmier (Formica rufibarbis).
De bloedrode roofmier heeft een vergelijkbaar kleurpatroon als bosmieren en de werksters zijn even groot. Echter, de voorrand van het kopschild boven de kaken ('bovenlip') heeft in het midden een duidelijke uitsparing. De bloedrode roofmier maakt nooit hoge koepelnesten; de nesten worden wel gebouwd van takjes, vaak tegen een stronk of in de grond, vaak ook onder een op de grond liggende stam of tak. De bruine baardmier (Formica cunicularia) en rode baardmier (Formica rufibarbis) hebben onder andere slankere en langere eerste antenneleden en kaaktasters, maar ze zijn het makkelijkst van bosmieren te onderscheiden door hun geringere grootte. De nesten van deze soorten zijn altijd in de grond gesitueerd.
Op het Soortenregister is meer informatie te vinden over de bloedrode roofmier, bruine baardmier en rode baardmier.