De stronkmier (Formica truncorum) is de zeldzaamste bosmier. Momenteel is er alleen een populatie bij Ommen. Van deze soort waren vroeger nog incidentele, tijdelijke nesten bekend uit de Noord-Veluwe, Bergen (NH) en andere plekken in Overijssel.
De stronkmier bouwt niet altijd zulke mooie koepels als andere rode bosmiersoorten. In Ommen bevatten de nesten waarschijnlijk vaak slechts één koningin (in tegenstelling tot populaties in het meer centrale deel van het Europese areaal) en er vinden dan ook nauwelijks nestafsplitsingen plaats. Verspreid over het gebied zijn dan ook met name solitaire nesten te vinden.
De afmetingen van de werksters zijn overeenkomstig de andere rode bosmieren, tussen de 4 en 9 mm. De stronkmier verschilt echter duidelijk van de drie algemene rode bosmiersoorten door de overwegend rode kleur (bv. vaak de gehele kop) en de zeer sterke beharing op lichaam en kop (qua beharing lijkend op de zwartrugbosmier). Meer informatie over de stronkmier is te vinden op het Soortenregister en er is ook een soortbeschermingsplan beschikbaar.